van brug
Een
hangbrug
of een
tuibrug
staat of valt met zijn pylonen. Het kenmerk van deze
bruggen
is dat hun hele
gewicht aan één, twee (of soms nog meer) hoge torens is opgehangen.
Je kunt ze omschrijven als
brugpijlers
die zo hoog boven het brugdek uittorenen dat ze de
draag- of tuikabels kunnen dragen. In het eerste geval hangen de draagkabels
in een sierlijke boog tussen de pylonen, het wegdek zit er met hangkabels aan vast.
In het tweede geval hangt het wegdek aan de tuikabels, die allemaal direct naar de
pyloon lopen.
Het deel van de pyloon dat boven het brugdek uitsteekt is vele malen hoger dan de
pijler onder dat niveau, soms wel meer dan 100 meter.
Zo nutig als de brugpyloon is, zo weinig constructieve betekenis heeft de gewone
pyloon.
Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders